De dagelijkse poetsbeurt heeft een aantal positieve effecten. Het geeft jou bijvoorbeeld de gelegenheid het paard te controleren op kleine verwondingen. Maar de reiniging van de huid voorkomt ook schuurplekken door het zadel of tuig en het masserende effect van een goede poetsbeurt bevordert de bloedsomloop en huidactiviteit. En de huid is een belangrijk orgaan die in grote mate de gezondheid van het paard beïnvloedt. Nog een reden om je borstels te pakken: een poetsbeurt versterkt de band tussen jou en je paard en vormt een goede warming-up voor het rijden.
Vaste volgorde
Een vaste volgorde bij het poetsen helpt bij het opbouwen van een dagelijkse routine.
- Begin met het uitkrabben van de hoeven.
- Gebruik dan de rubberen rosborstel om grof vuil los te wrijven. Begin bij de nek aan de linkerkant van het paard. Neem de rosborstel in je linkerhand en masseer in krachtige ronddraaiende bewegingen hals, boeg, schouder, rug, buik, kruis, dijen en het vlezige, bespierde gedeelte van de benen. Herhaal dit aan de andere kant van het paard.
- Neem dan de zachte borstel, begin weer aan de linkerkant en borstel het losse stof en vuil in zachte streken weg. Werk steeds met de haargroei mee en veeg de borstel na iedere streek aan de roskam af en sla de roskam af en toe uit. Met deze zachte borstel kun je ook het hoofd en de benen poetsen.
Staart en manen
De manen kunnen met de harde borstel of de manenkam eerst allemaal naar de ene kant en dan allemaal naar de andere kant worden geborsteld. Pluis dan de staart uit, het liefst met je vingers. Met een borstel of kam trek je er al snel haren uit, waardoor de staart steeds dunner wordt. Zijn de haren erg vies, dan kun je de staart wassen. Spoel de shampoo goed uit om huidirritatie door achtergebleven zeepresten te voorkomen. Spuit na het wassen antiklit in het haar. Dit geeft een mooie glans en heeft een vuilafstotende functie. Maak tot slot ogen, neus en mond schoon met een uitgeknepen spons. Met een andere spons maak je de staartwortel en het gebied eromheen schoon.
Na de training moet je het paard nogmaals poetsen. Tijdens het rijden kan het paard immers zweten en vies worden door zand of opspattende modder.
Zweetplekken
Stap het paard eerst goed uit tot hij helemaal droog is. Zet hem daarna weer op de poetsplaats. Haal het zadel van de rug en borstel de zweetranden weg. Is de plek onder het zadel nog nat, spons het zweet dan met wat schoon water af. Met een zweetmes kun je het overtollige water verwijderen. Ook het hoofdstel laat soms zweetafdrukken achter. Deze kunnen met een vochtige spons gereinigd worden. Dit voorkomt irritatie en schuurplekken bij de volgende training. De benen kun je afspoelen met koud water.
